woordvormingsregel

  • woord·vor·mings·re·gel
enkelvoud meervoud
naamwoord woordvormingsregel woordvormingsregels
verkleinwoord - -

de woordvormingsregelm

  1. (grammatica) patronen waarlangs in een taal nieuwe termen kunnen ontstaan
     In de Middeleeuwen waren ze vooral praktisch: hoe kunnen wij dat Latijn gebruiken zodat we er wat aan hebben? Ze hebben toen ook heel veel nieuwe woorden gemaakt, maar deden dat op hun eigen manier en niet altijd volgens de woordvormingsregels van het klassieke Latijn. Ze speelden het bijvoorbeeld klaar om van een voornaamwoord een zelfstandig naamwoord te maken. Dan krijg je filosofisch bedoelde termen als haecitas (‘ditheid’), ipseitas (‘zelfheid’) en aliquiditas (‘ietsheid’). In het klassiek Latijn is dat bijna onmogelijk.[1]
     We behandelen nu de tweede manier waarop samenstellingen kunnen ontstaan: naar het model van gevestigde samenkoppelingen. (…) Oorspronkelijk zal er (incidentele) analogie naar de samenkoppelingen opgetreden zijn, maar door het vaak optreden daarvan is op den duur een abstracte woordvormingsregel ontstaan.[2]
  1.   Weblink bron
    Berthold van Maris
    “Het lange leven van Latijn” (20 december 2014) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Cor van Bree
    “Historische taalkunde.”, 2e druk (1996), Acco, Leuven / Amersfoort, ISBN 9033434261, p. 160/161