Category:Dutch transitive verbs
Jump to navigation
Jump to search
Newest and oldest pages |
---|
Newest pages ordered by last category link update: |
Oldest pages ordered by last edit: |
Dutch verbs that indicate actions, occurrences or states directed to one or more grammatical objects.
- Category:Dutch ditransitive verbs: Dutch verbs that indicate actions, occurrences or states of two grammatical objects simultaneously, one direct and one indirect.
- Category:Dutch ergative verbs: Dutch ergative verbs: intransitive verbs that become causatives when used transitively.
Subcategories
This category has the following 2 subcategories, out of 2 total.
(previous page) (next page)D
- Dutch ditransitive verbs (0 c, 8 e)
E
- Dutch ergative verbs (0 c, 172 e)
Pages in category "Dutch transitive verbs"
The following 200 pages are in this category, out of 2,873 total.
(previous page) (next page)D
- dagdromen
- dagen
- dagtekenen
- dagvaarden
- danken
- daten
- dateren
- de das omdoen
- de huid vol schelden
- de nek omdraaien
- de wet voorschrijven
- de wind uit de zeilen nemen
- deactiveren
- decentraliseren
- decimeren
- declareren
- declineren
- decoderen
- decoreren
- decreteren
- decriminaliseren
- dediceren
- deduceren
- deemoedigen
- definiëren
- dekken
- delegeren
- delen
- deleten
- delgen
- delven
- dementeren
- demoduleren
- demonstreren
- demonteren
- demoraliseren
- demotiveren
- dempen
- deponeren
- deporteren
- deprimeren
- deputeren
- deracineren
- deren
- derogeren
- derven
- desactiveren
- desambigueren
- desemen
- deserteren
- desinfecteren
- desoriënteren
- destrueren
- detacheren
- detecteren
- detineren
- deuken
- diagnosticeren
- diagonaliseren
- dichtbinden
- dichtdoen
- dichten
- dichtspijkeren
- dicteren
- dienen
- diepvriezen
- diets maken
- differentiëren
- digereren
- digitaliseren
- dimmen
- dingen
- diplomeren
- dirigeren
- disciplineren
- diskwalificeren
- disputeren
- dissen
- distilleren
- doceren
- documenteren
- doddelen
- doden
- doemen
- doen
- doezelen
- dogen
- dokken
- dolken
- dollen
- domesticeren
- domineren
- dompelen
- dompen
- doneren
- doodbliksemen
- doodlopen
- doodrijden
- doodstraffen
- door de vingers zien
- door het slijk halen
- doorbakken
- doorbladeren
- doorboren
- doorbreken
- doorbrengen
- doordenken
- doordrijven
- doordringen
- doorgeven
- doorgronden
- doorhebben
- doorhelpen
- doorkerven
- doorkijken
- doorknippen
- doorkoelen
- doorkrijgen
- doorkruisen
- doorlaten
- doorlekken
- doorlezen
- doorlopen
- doormaken
- doornemen
- doorprikken
- doorrekenen
- doorrijden
- doorschakelen
- doorscheuren
- doorschieten
- doorslikken
- doorsnijden
- doorspoelen
- doorstaan
- doorsteken
- doorstrepen
- doorstromen
- doorsturen
- doortrekken
- doorvaren
- doorvertellen
- doorvochtigen
- doorvoeren
- doorwaden
- doorweven
- doorzagen
- doorzetten
- doorzeven
- doorzien
- doorzoeken
- doorzouten
- dopen
- dorsen
- doseren
- dotteren
- downcyclen
- draaien
- dragen
- dralen
- draperen
- drenken
- dresseren
- drijven
- drillen
- drinken
- drooghoppen
- droogleggen
- drukken
- duiden
- dulden
- dumpen
- dunken
- dupliceren
- durven
- dutten
- duwen
- dwarsbomen
- dwarsliggen
- dwarszitten
- dweilen
- dwingen
- dynamiteren